Mijn ik(ken). Sinan Çankaya over identiteit
In Mijn ontelbare identiteiten toont antropoloog Sinan Çankaya een paradox: hoe een veronderstelde niemand juist zovele iemanden is.
“Wat willen jullie dat ik zeg?”, vraagt Sinan Çankaya als hij wordt uitgenodigd voor een lezing op zijn oude middelbare school. Het verzoek is de aftrap van dit boek, het begin van iets wat allang voorbij had mogen zijn: fremdkorpergefühl. Een gevoel waarvan je de reflecties ziet in het spiegelpaleis dat Çankaya’s debuut is.
Dit boek had bij de ramsj moeten liggen. In een rommelbak met sterk afgeprijsde boeken waar bibliofielen naartoe worden gezogen op zoek naar een verborgen parel, en niet op zoek naar recente, slecht verkochte titels. In een modern antiquariaat had dit boek te graai moeten liggen, met als drukjaar 1980, hooguit 1990.